1 Korintiers

Paulus, apostel in de vroege christelijke kerk, schreef deze brief aan de gemeente te Korinte, vermoedelijk in het jaar 54 na Christus. Vier jaar eerder had hij anderhalf jaar in deze handels- en havenstad gewoond en gewerkt. In die periode was er een christelijke gemeente gegroeid. Zoals de stad zelf, zo gaf ook de gemeente een multicultureel en sociaal zeer uiteenlopend beeld te zien. Grieken, Joden, Romeinen, rijk en arm, slaven en vrijen, etcetera. In Paulus' afwezigheid waren er geleidelijk spanningen, conflicten en stevige meningsverschillen ontstaan. De pastor Paulus stelt hier orde op zaken. Onder de onderwerpen die aan de orde komen zijn praktische, morele en geloofskwesties als seksualiteit, huwelijk, onderlinge verhoudingen, avondmaal, groepsvorming, ruzies, tot en met de betekenis van de opstanding. Maar altijd gaat het om de praktijk van hun relaties: onderling, met andersdenkenden, in het huwelijk, tussen mannen en vrouwen, met de wereld om hen heen en uiteraard hun (geloofs)relatie met God. Een achttal gedeelten uit deze brief wordt in dit boek toegelicht voor persoonlijke meditatie en gezamenlijke bijbelstudie. Als een uitnodiging om in onze dagelijkse levenspraktijk de liefde en genade van God gestalte te laten krijgen, zowel als gemeente als ook persoonlijk.