‘In het dorp stond hij bekend als tovenaar, mijn overgrootvader. Tovenaars wekken mateloze nieuwsgierigheid. Zij kunnen wat gewone mensen ook graag zouden kunnen. Omdat zij in geval van brand de wind kunnen laten draaien wég van de bedreigde boerderij, doe je maar al te graag een beroep op hen. Maar ze worden ook gemeden als de pest. Zij kunnen wat gewone mensen liever niet kunnen...’
De verschijning van God is een mysterie. Uitgerekend dit mysterie loopt voortdurend gevaar bekneld te raken tussen mythische verhalen aan de ene en mystieke ervaringen aan de andere kant.
Zigzaggend tussen trendgevoelige spiritualiteit en beproefde vormen van magie zoekt de kerk het geheim van Gods verschijning ruimte te geven. Daartoe is nodig dat die kerk grondig inzicht heeft in haar heidense afkomst en inslag. Tegelijkertijd is zij in dit eerbiedigen van het mysterie van de openbaring onopgeefbaar verbonden met Israël.
In De tovenaar en de dominee staat de tovenaar voor het heidendom dat zich blijft aandienen in aloude mythen en gloednieuwe mystiek. De dominee is bij uitstek bewaker van het christelijk mysterie. Hun dorp is de geboorteplek van de auteur. Deze keert terug naar die plek en speurt in de kerk van zijn jonge jaren naar sporen van openbaring. Die terugkeer bezegelt het onontkoombare afscheid van de bestaande kerk. Maar juist dan ontdekt hij tot zijn grote verwondering hoe de verschijning van God een mysterie is.
Dr. H. Vreekamp, geboren in 1943 te Hoevelaken, was van 1971 tot 1984 hervormd predikant op de Veluwe, in Oosterwolde en in Epe, en van 1984 tot 2002 predikant voor Kerk en Israël. Hij publiceerde talrijke boeken en artikelen, waaronder Eerbied, Zonder Israël niet volgroeid en Gedachten over gedenken.