Protestanten hebben veel meer met mystiek dan algemeen wordt aangenomen. Weliswaar schafte het protestantisme de kloosters – broedplaatsen van christelijke mystiek – af en hadden protestantse theologen vaak scherpe kritiek op de mystiek. Maar het verlangen naar eenheid met God ging ook aan protestanten niet voorbij. Ze werden, soms tegen wil en dank, geraakt door dat wat mystiek ten diepste is: de ervaring van en het verlangen naar eenheid met de Ene, de Bron van ons bestaan.
Altijd zijn er protestantse denkers, dichters en stromingen geweest die ruimte gaven aan dit mystieke verlangen, ook in de twintigste eeuw. Dit boek laat zien hoe de Nederlandse protestantse mystiek zich in die eeuw ontwikkelde. Denkers als Abraham Kuyper, Aalders, Miskotte, Van Ruler, J.H. Bavinck en vele anderen passeren de revue. Maar ook dichters als Henriette Roland Holst, Willem de Mérode en Maria de Groot. De auteur geeft zo een representatief beeld van de veelheid aan visies op en beleving van mystiek in de verschillende protestantse stromingen.
Dit boek is geschreven voor een breed publiek in de hoop dat velen verrast zullen ontdekken hoeveel mystiek er in het Nederlandse protestantisme voorkomt. En wellicht inspireert deze ontdekking mensen in de eenentwintigste eeuw om hun eigen weg met de mystiek te gaan.