De liturgie van veel gereformeerde kerken is een smeltkroes van allerlei stijlen en tradities geworden. De liturgie wordt bij elkaar geknipt en geplakt. Hoe komt dat? Is dat goed of knutselen we de liturgie kapot? Dit boek gaat over enkele belangrijke vragen over liturgie. Welke ontwikkeling maakt de protestantse liturgie door en hoe komt dat? Levert ‘liturgisch knippen en plakken’ wel een evenwichtige liturgie op of geven we te veel toe aan de cultuur? Hoe kan de gereformeerde liturgie van de eenentwintigste eeuw putten uit een rijke liturgische traditie en tegelijk toch volop eigentijds zijn? Op deze vragen gaat dit boek in. Door de aanvulling met gesprekspunten is het boekje ook zeer geschikt als studiemateriaal voor gespreksgroepen en kerkraden.