Dit boek (proefschrift) beschrijft het narratief onderzoek dat gedaan is op twee basisscholen, waarbij is nagegaan op welke manier religieuze verhalen gebruikt kunnen worden om de verbeelding van leerlingen te stimuleren.
Het onderzoek is relevant, omdat veel scholen, met een van oorsprong religieuze identiteit, zoeken naar manieren om opnieuw vorm te geven aan die levensbeschouwelijke grondslag. Het onderzoek laat zien, dat dialoog en verbeelding belangrijke manieren zijn om leerlingen zin en betekenis te laten ontdekken in de beeldtaal van (religieuze) verhalen. Het ontwikkelen van die vaardigheden kan daarmee een belangrijke ingang zijn voor scholen om een actuele betekenis te geven aan hun oorspronkelijke identiteit.
Het onderzoek is relevant, omdat veel scholen, met een van oorsprong religieuze identiteit, zoeken naar manieren om opnieuw vorm te geven aan die levensbeschouwelijke grondslag. Het onderzoek laat zien, dat dialoog en verbeelding belangrijke manieren zijn om leerlingen zin en betekenis te laten ontdekken in de beeldtaal van (religieuze) verhalen. Het ontwikkelen van die vaardigheden kan daarmee een belangrijke ingang zijn voor scholen om een actuele betekenis te geven aan hun oorspronkelijke identiteit.